Nieuws, Persbericht

ISO over Staat van het Onderwijs 2024: “Goede weg ingeslagen, maar nog genoeg werk aan de winkel” 

UTRECHT,
17 april 2024

Vandaag wordt de Staat van het Onderwijs 2024 gepubliceerd. Dit jaarlijkse verslag van de Inspectie van het Onderwijs brengt zowel de successen als verbeterpunten van het onderwijs in kaart. Wat valt op voor het hbo en wo? De kwaliteit is grotendeels op orde en hogescholen en universiteiten hebben op meerdere thema’s goede stappen gezet. Wel liggen er nog duidelijke verbeterpunten op het gebied van docentprofessionalisering, kansengelijkheid, mentale gezondheid en sociale veiligheid. Voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) Demi Janssen: “Ondanks de mooie stappen die zijn gezet in het hbo en wo, blijven er belangrijke uitdagingen bestaan op het gebied van docentprofessionalisering, kansengelijkheid, mentale gezondheid en sociale veiligheid. Deze kwesties raken direct aan de ervaringen van studenten en verdienen een gedegen aanpak om het onderwijs voor iedereen te verbeteren.”  

Kansengelijkheid 

Uit dit rapport blijkt wederom dat er nog veel stappen te zetten zijn om gelijke kansen in het onderwijs te bevorderen. Specifieke groepen studenten ervaren meer belemmeringen, vanaf de poort bij de selectie tot aan het volgen van de opleiding zelf. Zo blijkt uit onderzoek van Mulder et al. (2023) en de Inspectie van het Onderwijs dat herkomst, geslacht en leeftijd van invloed zijn op toelatingskansen. Ook is de kans op uitval groter voor onder andere studenten met een mbo-vooropleiding, eerstegeneratiestudenten en studenten met ouders uit de lagere inkomensgroepen. Naast belemmeringen in de selectie en bij het volgen van de studie, is ontoegankelijke doorstroom ook een aanzienlijke hindernis voor gelijke kansen binnen het onderwijs. Bijna een kwart van de masteropleidingen is nog steeds niet toegankelijk voor hbo-gediplomeerden. Janssen: “Het hbo en wo hebben nog een flinke weg te gaan om gelijke kansen in het onderwijs te realiseren. Vanaf de selectie tot aan de doorstroom, zien we dat (specifieke groepen) studenten keer op keer tegen extra obstakels aanlopen. Het is belangrijk dat we deze uitdagingen serieus nemen en aanpakken, zodat iedere student tot zijn recht komt in het onderwijs.”  

Een sociaal veilig en welzijnsgericht studieklimaat 

Het bewustzijn rondom sociale veiligheid en studentenwelzijn groeit in het hbo en wo. Hoewel 85% van de studenten zich veilig voelt om zichzelf te zijn, voelt ongeveer 8 op de 100 studenten zich juist niet thuis bij hun opleiding. Daarnaast rijzen zorgen over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, dat maar liefst 2 op de 3 studenten treft. Recent onderzoek van de Onderwijsinspectie toont aan dat hoewel instellingen aandacht besteden aan sociale veiligheid, de focus voornamelijk ligt op curatieve maatregelen, niet op preventie. Het stellen én evalueren van doelen met betrokkenheid van studenten en docenten gebeurt ook nog onvoldoende, terwijl dit cruciaal is om een werkelijk veilige omgeving te waarborgen. Bovendien is er een gebrek aan transparantie over vertrouwenspersonen en klachtenregelingen, wat een effectieve aanpak van ongewenst gedrag in de weg staat.  

Ook geeft het welbevinden van studenten al langere tijd reden tot zorg. Onderwijsinstellingen zetten de NPO-middelen in om te investeren in studentwelzijn, maar deze vallen na 2024 weg. Het Landelijk Kader Studentenwelzijn biedt wel een jaarlijks bedrag van 15 miljoen euro, maar dit is veel minder dan eerst. Janssen: “Onderwijsinstellingen moeten welzijn en sociale veiligheid hoog op de agenda houden en de juiste middelen krijgen om dit te realiseren. Het nieuwe kabinet moet hierin verder investeren, samen met hogescholen en universiteiten, zodat het onderwijs een plek wordt waar elke student zich veilig en gesteund voelt.” 

Docentprofessionalisering  

Tot slot laat de Staat van het Onderwijs zien dat veel gemotiveerde docenten die hun onderwijsvaardigheden willen verbeteren, belemmeringen op het gebied van tijd ervaren. Vooral wo-docenten vinden dat hier weinig tijd voor wordt vrijgemaakt, waarbij het merendeel aangeeft meer tijd kwijt te zijn aan hun onderwijstaken dan dat ze ervoor krijgen. Een aanzienlijk deel – afhankelijk van hun functie tussen de 41% en 52% – voelt zich niet gewaardeerd vanuit het instellingsbeleid. In het wetenschappelijk onderwijs gaf 60% van alle docenten aan dat, als puntje bij paaltje komt, het doen van onderzoek belangrijker is voor de afdeling dan het verzorgen van onderwijs. De Onderwijsinspectie benadrukt dat onderwijs geven een kerntaak is van universiteiten en ze zich meer zouden kunnen inzetten voor een cultuur waarin dit gewaardeerd wordt. Janssen: “Goed onderwijs valt of staat bij betrokken, gekwalificeerde docenten. Bied deze docenten (in spé) dan ook de ruimte om zich te ontwikkelen, en om zo de leerervaring voor studenten te verrijken. Het is tijd om waardering voor onderwijs te verankeren in de kern van instellingsbeleid.” 

Wilt u meer weten?

Demi Janssen

Woordvoerder

0651516501

janssen@iso.nl

Neem contact met ons op

We helpen je graag!

Telefoonnummer kantoor:

Algemeen mailadres:

ISO-Contactformulier-Demi-Janssen

Telefoonnummer voorzitter en woordvoerder:

Demi Janssen06 515 165 01

Contactformulier