Utrecht, 9 februari 2016 – Het wetsvoorstel van minister Bussemaker noemden we eerder een gemiste kans, gelukkig heeft de Tweede Kamer vandaag een grote stap vooruit gezet voor studenteninspraak. Studenten krijgen door deze wijzigingen meer invloed op de kwaliteit van onderwijs, hebben invloed op het benoemen van bestuurders, en bestuurders zullen studenten serieuzer betrekken bij onderwijsbeleid. “Daar zijn wij als studenten erg blij mee want het gaat over ons onderwijs. Studenten willen meepraten over hoe kwalitatief goed onderwijs wordt vormgegeven. Een goed geïnformeerde en gepositioneerde medezeggenschap met voldoende rechten hoort daarbij. Een meerderheid van de Tweede Kamer is het hierover gelukkig met ons eens”, aldus Linde de Nie, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO).
De Tweede Kamer heeft onder andere ingestemd om studenteninvloed dichtbij de opleiding te vergroten door versterkte rechten van opleidingscommissies. De betreffende studenten zullen voortaan formeel meebeslissen over onder andere de studielast van vakken en ook over de leervormen die gebruikt worden. Ook krijgen zij instemmingsrecht op de wijze waarop het onderwijs geëvalueerd wordt. “Dit zorgt er voor dat kwaliteit van onderwijs echt dicht op de opleiding wordt verbeterd met studenten en docenten die het onderwijs het beste kennen.” aldus de Nie.
Bestuurders van hoger onderwijsinstellingen zullen niet langer gekozen kunnen worden zonder inspraak van studenten en docenten. Er moet voortaan één student en één docent in de sollicitatiecommissie zitten. “Het is meer dan logisch dat studenten en docenten meebeslissen over hun eigen bestuurders, want bestuurders zitten er uiteindelijk voor hen. Door studenten en docenten hier meer invloed te geven sluit de bestuurder beter aan bij de organisatie. Wij zijn blij dat de Kamer deze mening deelt dat studenten en docenten juist ook tijdens het selectieproces moeten worden betrokken, en niet alleen daarna” zegt de Nie.
Op dit moment is het bij universiteiten normaal dat er een student met een adviserende rol in het faculteitsbestuur plaatsneemt. Bij hogescholen is dit echter nog niet geregeld. De Tweede Kamer heeft deze ongelijkheid nu gerepareerd. “De HBO assessoren kunnen veel betekenen voor de 440,000 studenten op hogescholen. Zij worden daardoor eerder betrokken bij het onderwijsbeleid, en daarnaast wordt er op die manier openheid geboden aan studenten over waar de bestuurders mee bezig zijn.”
