Publicatie

Weg met de schutting

UTRECHT,
01 januari 2007

Verkeerde studiekeuze kost de Nederlandse maatschappij 16 miljard euro. Zo bleek uit cijfers van de Nationale Denk Tank afgelopen dinsdag. De Denktank toonde aan dat fricties bij overgangen in de onderwijssector tot studievertraging en uitval leiden en zodoende grote kosten met zich meebrengen. De fricties tussen onderwijssystemen zouden verkleind kunnen worden door de verschillende onderwijssectoren, van primair- tot wetenschappelijk onderwijs, in samenhang te benaderen. Dit is een verantwoordelijkheid die de gehele onderwijssector op zich moet nemen. Aansluitingsproblematiek wordt nog te vaak over de schutting gegooid.

Doorlopende leerlijnen zijn al lange tijd een streven in de onderwijssector. Leerlingen, zo wordt gemeend, dienen niet drie verschillende rigide onderwijslagen te ervaren, maar moeten hun leertraject als een logische voortzetting van hun vooropleiding beleven. Dat dit mooie principe nog ver weg is, wordt bij gesprekken tussen de verschillende stakeholders in het veld pijnlijk duidelijk: “Hebben jullie een gesprek met álle instromende studenten?” vroeg een verontwaardigde universitair decaan aan een loopbaanbegeleider van een ROC. Ook op het ministerie lijkt een ‘ketenbenadering’ van het onderwijs nog ver weg. Minister Plasterk heeft het onderwijs verdeeld onder alle bewindspersonen die op zijn ministerie opereren. Per definitie hoeft dit geen probleem te zijn, in de praktijk blijkt dit echter wel het geval. Doordat de bewindspersonen weinig op de hoogte zijn van de aanverwante onderwijsterreinen, zoals bij het Algemeen Overleg van de vaste kamercommissie van OCW weer al te duidelijk bleek, blijft het ‘over de schutting’ denken achterwege. De schutting lijkt hoger dan ooit. Beleidsmedewerkers van verschillende directies spreken elkaar amper en een visie op de doorlopende leerlijn blijft achterwege. Het ‘ketendenken’ lijkt onder Plasterk nog heel ver weg.

Aansluiting tussen onderwijssectoren

Het ambtelijk stelsel zou zorg moeten dragen voor een goede programmatische aansluiting. De onderwijsinstellingen op hun beurt moeten zorg dragen voor een zo goed mogelijke aansluiting op het pedagogische en didactische vlak. Het Nederlandse onderwijssysteem biedt hier uitgelezen mogelijkheden voor; door vanaf het voortgezet onderwijs al te selecteren welke leerling waar naartoe moet, kunnen wij onderwijs op maat bieden en de verschillende leertrajecten als ‘keten’ benaderen. Toch heeft het ‘ketendenken’ nog een lange weg te gaan. In vrijwel alle overgangen in het onderwijsstelsel blijft de waardevolle communicatie in de keten achterwege.

De verschillende onderwijssectoren zijn zowel in inrichting als in problematiek divers, maar dat is absoluut geen reden niet van elkaar te leren. Te vaak worden good practices afgedaan als “dat werkt bij ons niet zo…”. Problemen worden vaak over de schutting gesmeten en belangenorganisaties lijken het brede onderwijsplaatje te vergeten, als zij hun problemen afschuiven op andere sectoren zonder samen te praten over een oplossing. Het wordt tijd dat onderwijssectoren met een open blik naar hun collega’s kijken en van hun ervaringen leren. Instellingen op alle niveau’s hebben de mond vol van ‘de leerling en student centraal stellen’. Maak dit dan ook waar, niet alleen binnen de eigen instelling maar binnen de onderwijsketen als geheel. Op deze manier kunnen we fricties en uitval voorkomen. Er wordt te vaak vergeten dat dit een verantwoordelijkheid is van de gehéle onderwijssector.

Persoonlijke overdracht

Als studenten beginnen aan een nieuwe opleiding is dit een belangrijk pedagogisch en sociaal moment. Het is daarom belangrijk dat instellingen überhaupt weten wie zij voor zich hebben en hoe daar dan vervolgens mee moet worden omgegaan. Zowel gegevenmatige, als persoonlijke overdracht leveren in grote mate een binding tussen student en instelling op waar met name universiteiten zo verlegen om zitten. De persoonlijke overdracht op universiteiten wordt vaak nog ontweken met een beroep op ‘Academische vrijheid’ en gevaar voor betutteling, ‘we gaan toch geen intakes houden met studenten, dat zijn immers volwassenen’, is een vaak gehoord argument. Het is naïef te denken dat studenten geen behoefte hebben aan persoonlijke aandacht. Bij bedrijven is een gesprek met de afdeling personeelszaken afdeling zeer gebruikelijk voordat een werknemer aan zijn nieuwe baan begint. Dit wordt ook nergens als betuttelend gezien, misschien moeten universiteiten creatiever worden in het vormgeven van hun begeleiding. In de overgang van vmbo naar mbo is het verschil van benaderen enorm. Binnen een tijdsbestek van enkele maanden wordt van een schoolse benadering
naar een volwassen benadering met de daarbij horende aanspraak op verantwoordelijkheid. Ook deze overgang zou beter afgestemd moeten worden. Op het Hbo worden de grootste fricties gevoeld op vakinhoudelijke aansluiting. De dialoog over deze problematiek wordt vaak in de media gevoerd, terwijl de problemen in een constructieve dialoog tussen het Hbo, Mbo en het voortgezet onderwijs daadwerkelijk kunnen worden aangepakt.

Het over de schutting kijken in de vorm van ketendenken biedt grote kansen voor leerlingen en studenten om fricties te beperken en uitval te voorkomen. Voor dit denken is echter ook een ‘ketenbenadering’ nodig. Een eerste stap is de uitwisseling van kennis tussen de verschillende onderwijssectoren. De overgangen in het onderwijsstelsel staan bol van wederzijdse verwachtingen tussen sectoren. Alleen door goede dialoog kunnen deze verwachtingen worden afgestemd. Het is de verantwoordelijkheid van de sectoren afzonderlijk en het ministerie als koepel om het onderwijs als samenhangende sector vorm te geven. Met visie en goede kennisuitwisseling moeten de leerlingen en studenten worden opgeleid. De uitdaging is om de ‘kijk over de schutting’ te wagen. De studenten- en leerlingenorganisaties uit het VO, MBO, HBO en WO slaan de handen, als een goed voorbeeld, ineen. Zij voeren geregeld bestuurlijk overleg om met elkaar te zoeken naar oplossingen voor elkaars problemen. Nu de rest nog. Het bespaart Nederland straks 16 miljard euro.

Wilt u meer weten?

Mylou Miché

Woordvoerder

0651516501

miche@iso.nl

Neem contact met ons op

We helpen je graag!

Telefoonnummer kantoor:

Algemeen mailadres:

Telefoonnummer voorzitter en woordvoerder:

Mylou Miché
+31 (0)6 515 165 01

Contactformulier