Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is ontevreden met de brief die Minister Bussemaker over invoering van een sociaal leenstelsel naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. “De brief roept meer vragen op dan dat er antwoorden worden gegeven. Aankomende studenten en hun ouders hebben behoefte aan meer duidelijkheid. Die wordt nu helaas niet gegeven. De bal ligt bij de Kamer,” concludeert Thijs van Reekum, voorzitter van het ISO.
Het Interstedelijk Studenten Overleg is niet blij dat de maatregelen, afschaffen van de studiefinanciering en de aanpassing van de OV-kaart voor studenten, aan elkaar worden gekoppeld. “In de brief van de Minister staan bovendien tegenstrijdigheden”, aldus Van Reekum. “Aan de ene kant wordt, bijvoorbeeld, waarde gehecht aan het belang van een bewuste studiekeuze, terwijl aan de andere kant die afhankelijk moet zijn van je financiële situatie. Door de afschaffing van de OV studentenkaart en de invoering van het leenstelsel vrezen we dat de financiële situatie thuis een zeer grote rol gaat spelen bij de uiteindelijke studiekeuze.” Volgens de studentenorganisatie heeft dit niets te maken met een bewuste studiekeuze noch met de juiste student op de juiste plaats krijgen. “De OV-kaart voor studenten bevordert nu juist de toegankelijkheid van het onderwijs. Studenten kunnen gaan studeren bij een instelling naar hun keuze zonder dat financiën of slechte huizenmarkt hun daarin beperken”, aldus het ISO.
Het ISO is er niet van overtuigd dat de toegankelijkheid zo goed gewaarborgd wordt als gesteld in de brief. “Onder het mom van versimpeling komen er wel degelijk schadelijke aanpassingen in de aanvullende beurs”, zegt Van Reekum. “Zo wordt, bijvoorbeeld, een kwetsbare groep met weigerachtig en/of onvindbare ouders niet meer apart behandeld. Dat schaadt de toegankelijkheid en studeerbaarheid van het Nederlandse hoger onderwijs.” In diezelfde brief wordt gesproken over de belangrijke rol van ouders bij zowel studiekeuze als financiering van de studie, maar vervolgens wordt dit hiermee ook weer ondermijnd.
Daarnaast is het ISO bezorgd over de invoersnelheid. “De korte termijn waarop de wet door de Kamer wordt gejast lijkt ons te ambitieus: we vrezen onduidelijkheid voor de studenten net als bij de langstudeerboete, met alle gevolgen van dien. Je kan je afvragen of men daarvan geleerd heeft”, aldus Van Reekum.