Maandagochtend hebben de VSNU en de Vereniging Hogescholen hun gezamenlijke visie op de internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs gepresenteerd. Het ISO is erg te spreken over de visie, maar stelt daarbij wel dat het altijd moet gaan over het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, niet louter om het ‘verkopen’ van het Nederlandse hoger onderwijs.
In de visie gaan beide onderwijskoepels in op drie grote pijlers: het branden en positioneren van het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland, internationalisering een duidelijke plek geven in het onderwijs en het aangaan van strategische partnerschappen.
De VSNU en Vereniging Hogescholen stellen dat instellingen gericht moeten gaan werken aan een truly international classroom, die meer is dan een verzameling van paspoorten. Het ISO onderschrijft dit actiepunt, omdat het volgens de studentenorganisatie om moet gaan dat Nederlandse en internationale studenten samen één groep vormen. Docenten dienen daarbij de benodigde training te krijgen, zodat ze het proces op een goede manier kunnen begeleiden en deel kunnen nemen aan de ‘classroom’.
Kwaliteit belangrijker dan percentage uitgezonden studenten
Internationalisering betekent echter meer dan alleen het internationaal maken van het Nederlandse hoger onderwijs: het betekent ook dat studenten de kans moeten krijgen om een (gedeelte van hun) studie in het buitenland te doen. Het ISO volgt hierbij de lijn van VSNU en Vereniging Hogescholen en voegt daar aan toe dat dit kwalitatief iets toe moet voegen aan de opleiding van de student en dat het niet louter gaat om een percentage van uitgezonden studenten. Herkennen en erkennen van kennis en vaardigheden die zijn opgedaan in het buitenland moeten daarbij inderdaad een prioriteit van instellingen zijn, zodat de student bij thuiskomst niet meer voor negatieve verrassingen komt te staan.
Tevens onderschrijft het ISO dat er meer aandacht moet komen voor betrokkenheid van de internationale student als het gaat om medezeggenschap. Nederlandse en internationale studenten hebben dezelfde rechten op het gebied van onderwijs. Het is daarom van belang dat internationale studenten zorgvuldig worden vertegenwoordigd in inspraakorganen. Zowel op landelijk niveau als via instellingen mogen er geen belemmeringen worden opgelegd voor internationale studenten die deel willen nemen aan de medezeggenschap.