Sanne de Jager, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg start de discussie op de tweede bijeenkomst van de ho-tour van minister Jet Bussemaker over doorstroom, beroepskolom en aansluiting arbeidsmarkt. In onderstaande column trapt zij af met een duidelijk standpunt over doorstroom van het HBO naar het WO gebaseerd op haar eigen ervaringen:
Ik zat in de Universiteitsbibliotheek en staarde al bijna een uur naar de losse aantekeningen op mijn scherm. Ik had geen idee waar ik moest beginnen. Twee weken later had ik weer een onvoldoende te pakken. Dat was op zich niet zo verwonderlijk, want over de conflictsituaties tijdens mijn mbo-stage bij de jeugdgevangenis, hoefde ik hoogstens een reflectieverslag te schrijven. Ik heb daar ontzettend waardevolle ervaringen opgedaan, maar essays schrijven had niemand me ooit geleerd. En, eerlijk is eerlijk, als een delinquente jongere je in vertrouwen neemt en zijn nare jeugdervaringen met je deelt, is dat niet de eerste vaardigheid die je nodig hebt.
Ik was dat jaar vol goede moed aan mijn opleiding aan de universiteit begonnen, had goed nagedacht over mijn studiekeuze en had nog nooit zoveel tijd en energie in mijn studie gestoken. Toch kwam ik er al snel achter dat ik er met mijn doorzettingsvermogen en enthousiasme alleen, niet zou komen. Docenten legden de lat hoog: ‘als je geen essays kunt schrijven hoor je hier niet thuis’. Ik merkte dat het mijn studiegenoten veel makkelijker afging, die leken er geen moeite mee te hebben om hun essay in een weekendje op papier te krijgen. Wat was dan het verschil? Ik had simpelweg niet de intensieve voorbereiding genoten als mijn medestudenten die van het vwo afkwamen.
In de periode dat mijn studiegenoten uitgebreid werden klaargestoomd op het vwo voor de universiteit, doorliep ik verschillende intensieve stages tijdens mijn opleidingen op het mbo en hbo, die me veel zelfkennis en sociale vaardigheden hebben opgeleverd. Toch miste ik iets. Ik had het gevoel dat de universiteit me iets kon bieden, wat ik op het mbo of hbo nog niet was tegengekomen. Daar leerde ik volgens het boekje hoe ik met mensen om moest gaan, maar ik was op zoek naar het waarom, de ideeën die achter het boekje ten grondslag lagen. Ik besloot met mijn hbo-propedeuse in mijn zak aan de machtige universiteitsdeur te kloppen.
Nu, zo’n 5 jaar later, heb ik na veel zwoegen mijn masterdiploma Politieke Wetenschappen op zak. Dit heb ik deels te danken aan mijn karakter; ik ben eigenwijs en ik geef niet graag op. Toch had ik dit niet gekund zonder de hulp van mijn omgeving, ook al duurde het even voordat ik deze durfde te vragen. Een geduldige medestudent heeft me tips gegeven en trucjes geleerd om sneller en beter te kunnen leren, stof te verwerken en te schrijven. Via mijn studentenbaantje kwam ik in contact met een studieadviseur die me het vertrouwen gaf dat ik nodig had. Het lijkt misschien vanzelfsprekend om deze hulp te krijgen, maar op een faculteit met ieder jaar 1200 nieuwe studenten en maar zes studieadviseurs kunt u zich wel voorstellen dat dit helaas in de praktijk anders uitpakt.
Die dag in de universiteitsbibliotheek, had ik niet kunnen bedenken dat ik in het buitenland zou gaan studeren of bestuurder zou worden van het Interstedelijk Studenten Overleg. Dat ik, door de kansen die ik heb gekregen, dit zou mogen opschrijven en toekomstige studenten een hart onder riem zou kunnen steken. Het contrast kon niet groter zijn: zo opgetogen als er nu wordt gereageerd als ik uit de kast kom als onderwijsstapelaar (‘wat knap dat je via het mbo je weg hebt gevonden naar de universiteit!’), zo alleen stond ik ervoor op de weg daar naartoe. Er zijn veel meer studenten onder hun niveau begonnen en het is heel moeilijk om de trap naar een hoger niveau te vinden. Deze studenten verdienen het om aangemoedigd te worden. Iedereen die capaciteit en de motivatie heeft verdient een kans om zich optimaal te ontwikkelen.
Niet iedereen hoeft van het vwo te komen om op de universiteit op zijn of haar plek te zijn, maar via een andere weg is het wel harder werken en dat moet erkend én gefaciliteerd worden. Ik ben ervan overtuigd dat Nederland niet is gebaat bij een eenheidsworst. Het belang van diversiteit in het onderwijs wordt teveel onderschat. Ik heb veel van mijn medestudenten geleerd, maar zij ook van mij. Ik bracht de ervaring naar de theorie. Er zijn verschillende wegen naar Rome en de snelweg, een junglepad of een vliegreis moet niet belemmerd worden. De oprit of startbaan naar de deze verschillende wegen moet niet versmald worden. Er moet juist meer ondersteuning en een betere begeleiding komen voor alle verschillende reizigers. Meer vangrails en af en toe een pitstop zouden studenten, de docenten en uiteindelijk de kwaliteit van het onderwijs goed doen. Zo kan een structurele ontmoeting met dezelfde studieadviseur of mentor waar je feedback krijgt over je leerontwikkeling met persoonlijk advies al het verschil maken.
Kortom, minister Bussemaker, beleidsmedewerkers, docenten, studieadviseurs én ook studenten, kom in actie. Stop je energie in het verbeteren van schakeltrajecten en het ondersteunen van studenten met een verschillende onderwijsachtergrond. Creëer een omgeving waar het leren centraal staat en stop alsjeblieft met studenten door hetzelfde systeem te duwen; stop met de eenheidsworst. Laten we met z’n allen het onderwijs toegankelijker, beter en meer divers maken. Aankomende woensdag, 29 oktober, is de tweede HO-tour bijeenkomst over onder andere het onderwerp doorstroom hier de aangewezen plek voor.
Sanne de Jager, MSc
Voorzitter Interstedelijk Studenten Overleg 2014-2015