Het ISO en ScienceGuide feliciteren Martine Noordegraaf (CHE) met haar benoeming tot Lector van het jaar 2014. De benoeming vond plaats op 2 oktober tijdens de summit over excellentie in Amsterdam. Naast Martine Noordegraaf waren ook Christoph Maria Ravesloot (HSR), Hugo Velthuijsen (Hanze) en Marije Eifenrink (HAN) genomineerd voor de prestigieuze titel. Uiteindelijk is de keuze gevallen op het methodisch geweten van de groep lectoren van de CHE. Lees het juryrapport om er achter te komen waarom deze top lectoren binnen het hoger onderwijs zijn genomineerd:
Dit jaar reiken ISO en ScienceGuide voor de 5e maal de titel ‘Lector van het Jaar’ uit. Wij begonnen met die onderscheiding omdat uit onderzoek onder HBO-studenten bleek dat de overgrote meerderheid van hen nog nooit kennis had gemaakt met een lectoraat en verreweg de meesten nog nooit hadden gehoord van het fenomeen ‘lector’. Wij vonden dit 10 jaar na de start van de lectoren geen prestatie van de hogescholen en de HBO-raad om erg fier op te zijn.
‘Dat kan beter’, zeiden ISO-voorzitter Henno van Horssen en de redactie van ScienceGuide tegen elkaar. Wij voelden daarbij niets voor een zoveelste editie van de klaagcultuur in het HBO en kozen ervoor met een positief, opbouwend signaal de lector tot een bekende en een vriend van de student te maken. Nu na 5 jaar laten de nominaties voor 2014 zien hoe zeer dit signaal is gehoord en doorgedrongen.
Een prachtige reeks voordrachten uit studentenorganisatie, kenniskringen en bestuurscolleges van het HBO bewijst, dat het lectoraat tot volle wasdom is gekomen. Rolmodellen als eerdere winnaars zoals Marco Snoek en Stijn Verhagen en genomineerden als Marca Wolfensberger hebben school gemaakt. Lectoren weten studenten uit te dagen en velen van hun in hun werk te betrekken. De lectoren en de hogescholen verdienen hiervoor een groot complement.
Kortom, ‘de lector leeft’.
Dit jaar keek de jury vooral naar lectoren die uitzonderlijk werk maken van de uitdaging aan de HBO-student ver boven zichzelf uit te stijgen. De eigen traditie van praktijk gestuurd en professioneel gericht, innovatief onderzoek in het HBO kan immers niet zonder studenten die de beroepspraktijk helpen innoveren en daarin als voortrekkers en vernieuwers zich leren onderscheiden. De voordrachten waren talrijk en kwamen uit heel het land en bijna uit elke sector van de hogescholen.
De jury dankt allen in het HBO die zo’n mooie reeks lectoren voordroegen. Wij onderstrepen dat elk van hen had mogen winnen en hun voordracht mogen zij beschouwen als een eerbetoon vanuit hun eigen hogeschool omgeving en vooral de studenten daarvan.
Niettemin heeft de jury vier mensen uit de reeks als bijzonder rolmodel naar voren willen halen en die zijn genomineerd voor Lector van het Jaar.
Als eerste is dit Christoph Maria Ravesloot van de Hogeschool Rotterdam.
Deze lector Duurzaam bouwproces met BIM (Building information model)durft het aan studenten in hun stages en afstuderen fors uit te dagen. Hij laat hen met docenten en in zelfsturende teams multidisciplinaire projecten aan te pakken. Hij stelt daarbij scherpe eisen aan hun prestaties. Bijzonder vindt de jury, dat Ravesloot hierin een eigen werkmethode toepast, die hij zelf ontwikkelde en wetenschappelijk liet analyseren en valideren.
De hogeschool stelt uit Ravesloots werk vast dat men nu ziet, “dat veel meer HBO-studenten dan nu wordt gedacht aan het honoursniveau kunnen voldoen,”. Met zijn aanpak heeft de lector in meerdere opleidingen ook curriculaire vernieuwingen mogelijk gemaakt met doorlopende leerlijnen en ateliers, samen met bedrijven uit de beroepspraktijk.
Ravesloot bouwde de eerste energieneutrale woning in ons land, heeft vele publicaties op zijn naam en is ook Europees zeer actief in zijn vakgebied.
De tweede genomineerde is Martine Noordergraaf van de Christelijke Hogeschool Ede.
Deze lector Jeugd en Gezin wordt door collega’s “het methodisch geweten van de groep” in het lectorenberaad genoemd. Zij zorgt in haar werk aan de talentbevordering binnen onderwijs en onderzoek voor “mooie combinatie van vertrouwen en steun” voor studenten. Haar eisen zijn hoog, “inhoudelijk veeleisend, op relatieniveau mild.”
Lector Noordegraaf laat bachelor studenten afstuderen in opdrachten van het lectoraat en laat master-studenten stage doen in het onderzoek. Daartoe moeten zij solliciteren om te laten zien dat zij aan de professionele eisen voldoen. Met haar studenten heeft zij een recent studieboek gepresenteerd met praktijkvoorbeelden uit hun werkzaamheden in het onderzoek. Het bachelorcurriculum is door haar vernieuwd, zodat alle studenten een heel vak ‘onderzoek en methoden’ krijgen.
Haar uitdaging aan de studenten in haar kenniskring en onderzoek vertaalt zij zo door aan alle bachelors en masterstudenten . Maar niet alleen aan hen. Ook de docenten worden door Noordegraaf ‘aangepakt’. Vier van hen doen nu een promotieonderzoek en drie van hen kregen zelfs een NWO-beurs.
De derde genomineerde is Hugo Velthuijsen van de Hanzehogeschool Groningen.
Deze lector New Business en ICT zorgt ervoor dat jaarlijkse meer dan 210 studenten betrokken zijn in opdrachten van zijn lectoraat. Daarin staan multidisciplinaire aspecten vaak centraal, zoals het bijeenbrengen van tech-studenten en de zorgsector. Ook worden de studenten in internationale onderzoeksprojecten betrokken.
De extra uitdaging komt naar voren in de interdisciplinaire aanpak van projecten als ‘Verwondering’. Honoursstudenten uit ICT-opleidingen moeten daarin meelopen in de zorg en binnen ziekenhuizen en verpleegkundige oplossingen bedenken voor alledaagse en specifieke problemen die zij daar tegenkomen. Ook zijn veel leden van de kenniskring van het lectoraat actief binnen promotietrajecten.
De vierde genomineerde is Marije Eifenrink van de HAN.
Deze lector Herkennen en Ontwikkelen van Sporttalent onderzoekt het onderwerp uitdaging en talentbevordering zelf. Haar werk is de zoektocht in de praktijk naar lessen voor het hoger onderwijs uit de wijze waarop in andere maatschappelijke domeinen talent herkend, opgespoord en aangemoedigd wordt.
Lector Eifenrik is nog niet zo lang bezig aan haar opdracht, maar blijkt inspirerend werk te verrichten. Zo kijkt zij hoe sporttalenten al in hun vroege jeugd de juiste prikkels, begeleiding en context geven wordt en wat HBO en WO daarvan kunnen leren.
Dat zij haar lectoraat eigenzinnig en met veel uitstraling vorm weet te geven, bewees haar start. Zelden waren zoveel studenten zo gefascineerd aanwezig bij zo’n lectorale oratie. Wat vast hielp was dat zij terplekke een dialoog over talent en motivatie hield – en een turndemonstratie liet zien – met de nationale knuffelbeer Epke Zonderland. HBO-onderzoek mag ook feest zijn en fascinatie en ‘fun’ kortom.
De jury mocht en moest kiezen uit deze vier uitnemende uitdagers van talenten. Vier winnaars in hun vak, vier excellente HBO’ers. De keuze viel uiteindelijk op een lector die door studenten en peers als zowel een rolmodel als een benchmark van excellent HBO wordt beschouwd.
Deze lector daagt niet alleen studenten in bachelor en master uit, ook heel de onderwijsorganisatie en de curricula van de hogeschool moeten er aan geloven, letterlijk. Bovendien worden de docenten aangemoedigd en begeleid het hoogste kennis- en publicatieniveau na te streven en te bereiken.
Deze lector in dat “methodisch geweten van de groep lectoren” bij de CHE, Martine Noordegraaf.