Utrecht, 1 juli 2015 – De VSNU presenteert vandaag de langverwachte cijfers over de voorinvesteringen in het hoger onderwijs. Voor de studenten die hun basisbeurs hebben moeten inleveren maar niet kunnen profiteren van de beloofde voordelen hiervan, hebben de universiteiten een toezegging gedaan om 80 miljoen vanuit eigen middelen éxtra vooruit te investeren. Hoewel er door de VSNU meer duidelijkheid wordt gegeven over de voorinvesteringen, blijven er voor het ISO twee belangrijke vragen onbeantwoord. Linde de Nie, voorzitter van het ISO: “Zijn dit daadwerkelijk éxtra investeringen? En in hoeverre hebben studenten nou echt inspraak gehad?” Enkele medezeggenschapsraden van het ISO geven juist aan dat ze niet hebben kunnen meepraten. De Nie: “Hun invloed was nauwelijks merkbaar.”
De VSNU geeft in hun overzicht aan dat de voorinvesteringen zijn besproken met de medezeggenschap. Daar staat het ISO kritisch tegenover. De Nie: “Dat de voorinvesteringen volgens de VSNU zijn ‘besproken’ met de medezeggenschap, betekent in onze ogen niet dat studenten echt hebben kunnen meepraten.” Ten tijde van invoering van het leenstelsel waren de begrotingen van de instellingen voor 2015 bijvoorbeeld vaak al rond. De Nie: “Als investeringen al op de planning stonden, strookt dat niet met wat de studenten in het vooruitzicht is gesteld.”
Tot slot wijst het ISO op het achterblijven van een overzicht van voorinvesteringen op de hogescholen.