DEN HAAG, 15 mei 2019 – Vandaag publiceert de Commissie van Rijn haar advies over de
herziening van de bekostigingssystematiek in het hoger onderwijs. Het advies bepleit een vastere financiële bijdrage aan universiteiten en hogescholen om de groeiprikkel te beperken en stelt dat een ‘uitgebalanceerde vorm van selectie’ en een verhoogd studiesucces op de lange termijn belangrijk zijn. Het Interstedelijk Studenten Overleg is overwegend positief en ziet de noodzaak van de regulering van groei, maar zet grote vraagtekens bij de manier waarop dit wordt aangevlogen. ISO-voorzitter Tom van den Brink: ‘’Het temperen van de groeiprikkel is belangrijk, maar toenemende selectie ligt op de loer.’’
Commissie van Rijn raakt aan probleem van internationalisering
Van Rijn benadrukt dat het aantal internationale studenten enorm is toegenomen, maar een grote
meerderheid van deze studenten blijft na afronding van de opleiding niet in Nederland. Positief is dat
de minister van OCW op korte termijn wettelijk wil regelen dat een numerus fixus niet alleen op een
hele opleiding, maar op een Engelstalige track binnen een opleiding kan worden ingesteld. De
soortgelijke Nederlandse track binnen de opleiding kan dan toegankelijk blijven – zonder
capaciteitsbeperking. ‘’Daarbij moet nadrukkelijk gekeken worden naar het toenemend aantal
opleidingen die in het Engels worden aangeboden, wat als aantrekkingskracht voor internationale
studenten dient’’, aldus ISO-voorzitter Tom van den Brink.
Toenemende selectie op de loer
De groeiprikkel zal volgens van Rijn enerzijds moeten worden beheerst door o.a. een grotere vaste
voet, het herzien van historische bepalingen in de bekostiging en het voeren van
internationaliseringsbeleid. Anderzijds stelt de commissie dat de capaciteit van opleidingen
afgestemd moet worden op basis van de ‘maatschappelijke vraag’ en de arbeidsmarkt middels
uitgebalanceerde selectie. Echter wordt hierbij het primaat bij de instroom van studenten gelegd,
terwijl de verantwoordelijkheid juist bij de opleiding ligt om voldoende aan te sluiten op de huidige
arbeidsmarkt. Het ISO is dan ook blij te zien dat de commissie zich uitspreekt over het belang van
‘meer en krachtige’ analyses van het huidige opleidingsaanbod in relatie tot de arbeidsmarkt. ISO voorzitter Tom van den Brink: ‘’Selectie is niet het middel om te zorgen dat studies beter aansluiten
bij de veranderende arbeidsmarkt.’’
Studiesucces is meer dan uitval en switch
Een andere reden voor uitgebalanceerde selectie is het beperken van uitval tijdens de opleiding. Dit
kan volgens van Rijn gedaan worden door het creëren van een betere match tussen opleiding en
(aankomend) student. Tegelijkertijd wil van Rijn de opleidingscapaciteit vergroten, van bijvoorbeeld
bèta en technische studies, omdat de arbeidsmarkt hierom vraagt. Echter is niet enkel de match,
maar de begeleiding van belang. De afgelopen jaren zijn werkgroepen groter geworden en is de
student-docent ratio toegenomen, met als gevolg dat persoonlijke begeleiding van studenten afnam
en studiesucces in het geding kwam. Daar ligt de sleutel bij de aanval op uitval bij deze studies.
Immers, studenten die een goede binding ervaren met de opleiding vallen minder vaak uit in het
eerste jaar. Van den Brink: ‘’De facilitering van studiesucces begint bij kleinschalig en intensief
onderwijs, waar begeleiding centraal staat. Dit is de afgelopen jaren steeds meer onder druk komen
te staan.’’