Ashley (21) is vierdejaarsstudent Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit
Utrecht. Dit jaar zit ze in de universiteitsraad en heeft ze haar studie een jaartje
op pauze gezet om zich hier volledig op te kunnen richten. Ze ervaart succes op
de momenten dat ze buiten haar studie (maatschappelijke) impact kan maken.
Het helpt als ze daar ruimte voor krijgt en ook voor gewaardeerd wordt. Een
andere manier van waarderen helpt in haar ogen ook om studentenwelzijn
bespreekbaar te maken.
Waarom ben je Nederlandse Taal en Cultuur gaan studeren?
Ik heb altijd iets met taal gehad en ik schreef vroeger ook verhalen, dus de interesse heb ik altijd al gehad. Maar een docent op de middelbare school heeft mij pas echt enthousiast gemaakt. Ik vind het nog steeds leuk, maar misschien is het toch niet helemaal de juiste studie voor mij geweest. Ik weet niet zo goed waarom, maar ik denk omdat het niet uitdagend genoeg was. Ik had het gevoel dat ik niet voldoende geëngageerd bezig was. Dat is best jammer eigenlijk, maar dat was wel mijn ervaring. Het is misschien ook de reden dat ik mijn succes in andere dingen ben gaan zoeken.
Wat miste je?
Ik heb bijvoorbeeld vakken gevolgd bij Onderwijswetenschappen of Organisatievakken. Deze vakken waren vaak wat praktischer, in tegenstelling tot de vakken bij Nederlands die meestal behoorlijk abstract zijn. Bij een vak over organisaties gingen we op bezoek bij een bedrijf, dat sprak me meer aan. Ik zat toen al in mijn derde jaar, dus dan ga je niet zo snel meer iets anders studeren. De angst om te lang te studeren en te veel te lenen speelde daarin ook mee. Ik dacht ook dat switchen heel moeilijk was. Een dubbele bachelor leek me alleen haalbaar voor hele succesvolle studenten. Inmiddels ken ik meerdere mensen in mijn omgeving die dat gedaan hebben, dus het had wel degelijk een optie kunnen zijn. Ik moet nu alleen nog mijn scriptie schrijven, dus voor mij is het niet meer aan de orde.
Hoe ziet jouw studententijd er verder uit?
Ik heb eerst twee jaar bij mijn ouders gewoond en iedere dag een uur heen en weer gereisd. Toen ik
op mezelf ging wonen kwam wat meer het studentenleven op gang. Ik denk dat ik me toen pas echt
student voelde. Dat komt vooral omdat je zelfstandig wordt en veel leert in korte tijd. Ik had ook het
idee dat ik mijn eigen leventje aan het creëren was in een nieuwe stad. Het is misschien een cliché, maar je leert echt bepaalde lessen en maakt goede vriendschappen. Mijn studie leed er gelukkig niet onder, ik maakte daar ook mijn eigen keuzes in.
Wat waren momenten tijdens je studie dat je je succesvol voelde?
Dat waren vooral de momenten dat ik iets buiten m’n studie deed. Ik heb bijvoorbeeld bij
WOinActie veel meegeholpen met de organisatorische kant, zoals vergaderingen plannen, acties
voorbereiden en mensen werven. Daarbij zag ik ook concreet succes als we bijvoorbeeld een actie hadden georganiseerd waar veel mensen op af kwamen. Op die momenten had ik echt het gevoel dat ik iets had bijgedragen. Ik heb ook samen met een aantal anderen een eigen medezeggenschapspartij opgericht, daar ben ik ook trots op. Ik hecht meer waarde aan dingen die echt impact hebben en dingen die ik met mensen heb gedeeld. Dat is voor mij belangrijker dan een goed cijfer dat ik in mijn eentje heb gehaald. Hoewel ik wel denk dat ik straks trots ben als ik mijn scriptie heb afgerond.
Waarom heb je je eigen studentenpartij opgericht?
Samen met een aantal anderen had ik het idee dat we iets misten in de huidige studentenpartijen. We wilden het gedachtegoed van WOinActie ook binnen de muren van onze universiteit verkondigen. Uiteindelijk hebben we een knoop doorgehakt en zijn we er vol voor gegaan. Er komt heel veel bij kijken, zoals handtekeningen verzamelen, een website opzetten en een partijprogramma schrijven. Dat was een drukke periode waar mijn studie wel onder heeft geleden. Uiteindelijk hebben we twee zetels gehaald, dus dat was heel bijzonder.
Waar kwam je motivatie daarvoor vandaan?
Ik kreeg er veel energie van en ik vond het ook echt een belangrijke zaak, dus ik wilde me daar graag voor inzetten en desnoods mijn studie even op pauze zetten. De universiteit is een grote organisatie,
dus je kunt maar tot een bepaalde hoogte dingen veranderen. Maar het gevoel dat het belangrijk is om überhaupt het geluid te laten horen was genoeg om er mee aan de slag te gaan en hopelijk een duwtje te kunnen geven in de juiste richting. Ik zie de ideeën die we als partij bedacht hebben (bijvoorbeeld over waar de universiteit zijn prioriteiten zou moeten leggen) vooral als een mooie stip op de horizon om naartoe te werken. Daar zijn we het afgelopen jaar ook heel hard mee bezig geweest.
Kun je een voorbeeld noemen?
De universiteit is best wel gefocust op kwantitatieve output. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de hoogte van cijfers of de snelheid waarmee studenten hun diploma halen. Je ziet ook dat docenten veel werkdruk hebben, omdat er te veel van ze gevraagd wordt. Dat zijn allemaal symptomen van hetzelfde grote probleem.
Wat versta je onder studentsucces en hoe zou je graag zien dat daarnaar gekeken wordt?
Ik denk dat er nu veel focus ligt op cijfers en nominaal afstuderen. Voor toelating tot bepaalde masters heb je bijvoorbeeld een minimum gemiddeld cijfer nodig. Ik ervaar zelf dat ik hoge cijfers kan halen als ik heel gemotiveerd ben, maar soms mis ik die motivatie en soms wil ik me meer richten op activiteiten buiten mijn studie omdat ik daar heel gemotiveerd door raak. In een ideale situatie zou dat ook gewaardeerd en erkend worden. Ik begrijp dat dat ook lastig is, want de ene persoon kan goed studeren en haalt hoge cijfers en de ander vindt het belangrijk om maatschappelijk geëngageerd te zijn. Mijn ideaalbeeld is dat beide gewaardeerd kan worden.
Hoe zie je dat concreet voor je?
Dat is lastig, het uitgangspunt moet zijn dat er meer ruimte moet zijn om binnen en buiten je studie jezelf te ontwikkelen en te profileren. Er zijn verschillende varianten waarin je dat zou kunnen doen, je zou bijvoorbeeld een portfolio kunnen maken als student waarin je laat zien wat je allemaal geleerd hebt. Dat hoeft niet in één vast format en het moet ook niet een soort cv worden, er zijn ten slotte ook genoeg mensen die niet zoveel doen naast hun studie. Het gaat dus meer over je
persoonlijke ontwikkeling. Binnen je studie word je opgeleid om kritisch te denken, dus of zich dat nou vertaalt in een tien voor je scriptie of door columns te schrijven voor een krant, dat zijn beide waardevolle dingen. Het zou ook helpen als er mogelijkheden zijn om flexibeler te studeren, zodat je die ruimte zelf ook kunt nemen. Daarmee stimuleer je ook dat studenten de tijd nemen om
zichzelf te ontplooien.
Wat vind je van de nieuwe definitie die minister Van Engelshoven geïntroduceerd heeft?
Het is een mooi statement dat het niet alleen maar gaat over studierendement. Ik heb wel mijn
vraagtekens bij hoe het in de praktijk gaat uitwerken. Daarnaast is het belangrijk dat de minister
studentenwelzijn noemt. Ik ben zelf overwerkt geweest, het is belangrijk dat je daar op je eigen tempo mee om kunt gaan. Er zijn studenten in mijn omgeving die dat niet toe durven geven en maar aanmodderen vanuit de angst om langer te studeren en een hoge schuld op te bouwen. Dat zijn factoren die daar niet bij helpen.
Wordt daar nu te weinig aandacht aan besteed?
Er is veel aandacht en het staat op de agenda, maar het is toch nog steeds voor veel mensen een taboe om er over te praten. Het is direct een zwaar en serieus onderwerp en erg privé. Het helpt denk ik om daar open over te zijn, ik denk dat er meer mensen met klachten kampen dan mensen toe zullen geven. Als de universiteit het daar over heeft en een open sfeer creëert, kan ik me voorstellen dat niet alleen studentenwelzijn verbetert, maar ook studentsucces een boost krijgt.
Hoe ging je er zelf mee om?
Het was voor mij een combinatie van veel verschillende taken: de universiteitsraad, een bijbaantje,
vrijwilligerswerk en ook tijd willen maken voor vrienden en familie. Ik heb toen een bijbaantje opgezegd en werk nu wat minder bij de universiteitsraad. Dat scheelt slechts een paar uurtjes, maar het geeft wel rust. Het hielp ook om met collega’s erover te praten. Het gesprek erover is dus belangrijk, ik denk dat er momenteel niet voldoende ruimte is daarvoor.
Hoe zou die ruimte wel geboden kunnen worden? Heeft dat ook te maken met een andere vorm van waarderen?
Ja, dat focus op snel afstuderen maakt de drempel ook hoger om tegen jezelf te zeggen ‘ik moet het
rustiger aan doen’. Het gesprek erover aangaan geeft veel inzicht in je eigen situatie. Als jij symptomen hebt die uiteindelijk kunnen uitmonden in een burn-out, dan is het alleen maar goed als je er vroeg bij bent. Het helpt ook als je het daar op een laagdrempelige manier met medestudenten en docenten over kunt hebben, bijvoorbeeld over hoe je je week zo inricht dat je niet te veel studiedruk ervaart.
Dus als studentenwelzijn op orde is, ervaar je ook studentsucces?
Ja, dat kan ik wel op een blaadje geven. Als ik mij goed voel, dan ga ik ook met veel meer enthousiasme en energie naar mijn studie. En als ik me somber voel en spanning heb over mijn lening of cijfers, dan gaat het vanzelf slechter met mij en slechter met mijn studentsucces.
Zijn er veel mensen om je heen die druk ervaren?
Ja, heel veel. Ik zie om me heen echt geldstress, dus zorgen over lenen en schulden, maar ook de drang om goede cijfers te halen of een cv op te bouwen. Je hebt weinig aan een bestuursjaar als je daarna kampt met burn-out symptomen waardoor je je studie niet goed kunt vervolgen. Die
symptomen zijn op zichzelf al lastig genoeg, het werkt bijna verlammend als daar nog zorgen over lenen of een woning bij komen. Ik denk dat het gevoel dat veel mensen hebben, dat ze niet te lang mogen ‘helen’ en rustig aan kunnen doen, een groot aandeel heeft.
Er zijn ook mensen die zeggen dat dat vooral iets is van deze tijd. Ik heb het hierover gehad met een
docent van mijn middelbare school. Die mocht tien jaar over zijn studie doen en hoefde nauwelijks te lenen. Tuurlijk, mijn generatie neemt ook genoeg tijd om te genieten, maar ik denk echt dat het anders is dan jaren geleden. Ik wil niet meteen zeggen dat het komt door de tijdsgeest of sociale media, maar ik denk wel dat er een andere druk op onze generatie ligt. Daar zullen meerdere factoren een rol in spelen, bijvoorbeeld geldzaken, de huidige arbeidsmarkt of de prestatiecultuur.
Ik hoop dat daar ook wat meer erkenning voor komt.
Gaat de term ‘studentsucces’ daarbij helpen?
Ik vraag me af of een term alles gaat oplossen. De aandacht ervoor is belangrijk en ik hoor ook steeds
vaker soortgelijke geluiden, dus er zit gelukkig wel beweging in. Maar veel instituties in het hoger onderwijs worden nog op dezelfde manier bestuurd. Dus die boodschap moet op sommige plekken nog landen.
Op wat voor manier hoop je dat die boodschap landt?
Ik hoop dat er minder focus op cijfers komt te liggen. Voor bepaalde masters of een honoursprogramma heb je bijvoorbeeld minimaal een 8 gemiddeld nodig. Er zijn genoeg studenten met een 7 die hiervoor geschikt en gemotiveerd zijn. Studentsucces is voor mij de mogelijkheid om jezelf te leren kennen en de lessen en vaardigheden te leren die je nodig hebt om ook na je studie succesvol te kunnen zijn. Ik hoop ook dat het onderwijs flexibeler ingericht wordt voor wie dat wil, bepaalde onderwijsprogramma’s maken het erg moeilijk om bijvoorbeeld een vak aan een andere universiteit te volgen, hun minor anders in te richten of een stage te volgen. Bied dus ook de mogelijkheid om te kunnen ‘uitvliegen’. Er zijn gelukkig ook goede voorbeelden, aan onze universiteit kun je de minor ‘Sociaal ondernemerschap’ volgen, waarbij je in een wijk op zoek gaat naar oplossingen voor een sociaal probleem. Ik denk dat er meer aandacht mag zijn voor wat je
buiten je studie kunt doen en dat de universiteit of hogeschool daar juist goed op in kan springen.
Toen we als universiteitsraad bezig waren met het thema talentontwikkeling in het strategisch
plan, hebben we de slogan ‘facilitating everyone’s potential’ bedacht. Ik denk dat dat goed
aansluit bij de nieuwe definitie van studentsucces. Het draait ook om maatoplossingen bieden die voor iedere student anders zijn en een focus op ontplooiing in plaats van rendement.
Zou je nog iets mee willen geven aan andere studenten?
Je kunt ontzettend veel doen naast je studie, zoals een bijbaantje of vrijwilligerswerk, maar als je daar niet de tijd of de middelen voor hebt, dan is dat ook geen probleem. Zelfontplooiing lijkt soms te wijzen richting veel doen naast je studie, maar dat hoeft niet per se zo te zijn. Vergeet dat niet!