In hoeverre maken hbo- en wo-studenten sociaal onveilige situaties mee? In opdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) deed onderzoeksbureau ResearchNed onderzoek om deze vraag te beantwoorden. Middels een vragenlijst werd aan 7650 studenten gevraagd of ze wel eens sociaal onveilige incidenten hebben meegemaakt zoals pesten, discriminatie, chantage en seksueel grensoverschrijdend gedrag. 20% van de ondervraagde studenten gaf aan wel eens zo’n incident meegemaakt te hebben. Voorzitter Lisanne de Roos: “Studenten brengen een groot deel van hun week door op universiteiten of hogescholen; de instelling moet dus te allen tijde een veilige haven zijn. Helaas blijkt nu dat ook in het hoger onderwijs studenten slachtoffer zijn van sociaal onveilige incidenten zoals pesten, discriminatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Vooropgesteld is elke student die zoiets meemaakt er sowieso één te veel, maar nu duidelijk is dat maar liefst één op de vijf studenten betreft, moeten instellingen én de overheid direct in de actiemodus schieten”.
Het onderzoek
Het onderzoek van ResearchNed werd uitgevoerd in januari en februari 2022. De resultaten maken duidelijk dat de sociale veiligheid ook in het hoger onderwijs niet altijd op orde is: 9% van de ondervraagde studenten is wel eens slachtoffer geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag, 8% van discriminatie, 7% is wel eens gepest en 5% is wel eens bedreigd, geïntimideerd, gechanteerd of bang gemaakt. Gelukkig is het veiligheidsgevoel wel goed; 94% van de ondervraagde studenten voelt zich veilig op de instelling.
“Een docent maakte een slecht grapje over mijn visuele beperking en ging daar, samen met een medestudent, enorm hard om lachen” – Citaat van respondent
De incidenten worden vaker niet dan wel gemeld; 64% van de slachtoffers deed hiervan geen melding. Dat meldingen niet worden gemaakt, komt voornamelijk door het gevoel van studenten dat het incident dat zij meemaakten niet ernstig genoeg zou zijn (84%). Andere redenen zijn het ontbreken van vertrouwen dat er iets met de melding wordt gedaan (17%) of dat men niet wist waar ze het incident konden melden (16%). De Roos: “Het merendeel van de studenten die wel eens een incident hebben meegemaakt, heeft dit niet gemeld. Incidenten komen dus niet aan de oppervlakte, maar blijven onder de radar. Bovendien vinden studenten niet altijd de hulp en ondersteuning die ze nodig hebben. Ik vind dat een giftige cocktail waar kwetsbare slachtoffers in verloren kunnen raken”.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
3% van de ondervraagde studenten had te maken met seksueel grensoverschrijdend contact in de vorm van fysieke incidenten. Van hen sloeg 29% wel eens een onderwijsactiviteit over vanwege een onveilig gevoel. De Roos: “255 studenten hebben middels het onderzoek hun verhaal gedeeld over een fysiek seksueel grensoverschrijdend incident. Er zitten hele heftige, traumatische, ervaringen tussen. Die verhalen geven de cijfers uit het onderzoek context; dan zie je dat achter elke melding een student met een persoonlijk verhaal schuilgaat”
“Ik studeer zelf fysiotherapie en dan doe je wel eens oefeningen in ondergoed met de medestudenten. Dat is totaal geen probleem, maar er zijn wel eens seksuele opmerkingen gemaakt terwijl ik in mijn ondergoed biloefeningen moest doen. Iets van ‘oh doe je dat zo ook in bed, hopelijk kan ik je dit ook in de praktijk zien doen’”. – Citaat respondent
Vertrouwenspersoon
Ter aanvulling op dit onderzoek heeft het ISO geïnventariseerd in hoeverre hogeronderwijsinstellingen informatie beschikbaar stellen over de vertrouwenspersoon binnen hun instelling. Uit het onderzoek van ResearchNed blijkt namelijk dat slechts 8% van de studenten die melding maakte van een incident dat deed bij een vertrouwenspersoon. Tegelijkertijd zegt 16% van de ondervraagde studenten het incident niet gemeld te hebben omdat ze niet wisten waar ze dat moesten doen. De inventarisatie maakt duidelijk dat er instellingen zijn die via hun website geen vindbare informatie hebben over een vertrouwenspersoon. Vooral hogescholen scoren slecht. “Het is voor veel studenten allesbehalve makkelijk om te praten over het incident dat ze hebben meegemaakt. Dat praten moet daarom zo laagdrempelig mogelijk beschikbaar gemaakt worden. Dit kan starten bij zeer toegankelijke informatie over een vertrouwenspersoon; maar die start is helaas nog niet op elke instelling gemaakt”, aldus De Roos.
De studentenorganisatie hoopt met dit onderzoek het gesprek op de instelling verder op gang te brengen. De Roos: “Anno 2022 zou je mogen verwachten dat elke instelling een goed bereikbaar en vindbaar vertrouwenspersoon in dienst heeft om studenten te ondersteunen. Helaas blijkt niets minder waar; er zijn nog te veel studenten die niet kunnen terugvallen op professionele hulp wanneer ze dat nodig hebben”. Naast een vertrouwenspersoon op elke instelling, wil het ISO ook dat studenten bij een vertrouwenspersoon buiten de onderwijsinstelling terecht kunnen. “We zien dat studenten incidenten soms niet melden omdat ze geen vertrouwen hebben dat er iets mee gedaan wordt of omdat ze bang zijn voor consequenties vanwege de afhankelijkheidsrelatie; ook hulp buiten de instelling moet daarom beschikbaar zijn voor studenten”, aldus De Roos.
Lees hier de Quickscan Vertrouwenspersonen op hogeronderwijsinstellingen