Nieuws, Persbericht

Studenten, hogescholen en universiteiten slaan de handen ineen om studentenwelzijn te verbeteren 

UTRECHT,
04 juli 2023

Dat het slecht gesteld is met het welzijn van studenten is duidelijk. De afgelopen jaren is uit diverse onderzoeken naar voren gekomen dat een groot deel van de studenten (zware) mentale problemen heeft en veel prestatiedruk ervaart. Vandaag is het Landelijk Kader Studentenwelzijn gepresenteerd, vastgesteld door het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en de koepelorganisaties van universiteiten en hogescholen, waarmee een eerste stap wordt gezet om deze problematiek aan te pakken en studentenwelzijn centraal te stellen. Daarbij is een overheidsbudget van 15 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld om studentenwelzijn binnen onderwijsinstellingen te verbeteren. ISO-voorzitter Demi Janssen: “Mentale gezondheid is essentieel voor studenten om zich te kunnen ontwikkelen. Het Landelijk Kader Studentenwelzijn legt het fundament waarop hogescholen en universiteiten verder kunnen bouwen. Wij hopen dat ze het probleem in de kern gaan aanpakken en studentenwelzijn echt prioriteit geven.” 

Van het kastje naar de muur 

Onderzoek van het Trimbos-instituut toont aan dat ruim de helft van de studenten prestatiedruk ervaart, de meerderheid van studenten veel stress ondervindt en een kwart van de studenten af en toe of vaker het gevoel heeft levensmoe te zijn. Heftige problemen, waarbij de hulpvraag van studenten groot is. Het kader biedt meerdere uitgangspunten om aan deze hulpvraag tegemoet te komen. Een van de thema’s die in het kader aan bod komt is informatievoorziening naar studenten, onder andere via heldere websites en informatiepunten waarin duidelijk wordt waar en bij wie studenten hulp kunnen vinden die aansluit op hun behoefte. Hoewel hulp op veel plekken wel wordt aangeboden, weten studenten vaak niet waar deze te vinden is. Janssen: “Studenten die mentale klachten ervaren, worden vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Het is goed dat er hulp wordt geboden, maar dit heeft natuurlijk alleen zin als studenten die hulp ook kunnen vinden. Het is dan ook de taak van hogescholen en universiteiten om studenten proactief te benaderen en de weg naar laagdrempelige hulp duidelijk te wijzen.” 

Van preventie tot nazorg 

Andere belangrijke thema’s in het kader zijn de inzet op suïcidepreventie, nazorgbeleid en kennis en kunde van docenten en medewerkers. Eerder dit studiejaar werd al een motie aangenomen die onderwijsinstellingen verplicht tot suïcidepreventie. Het kader brengt suïcidepreventie en mentale gezondheidsproblematiek opnieuw onder de aandacht en geeft aanleiding om daar het gesprek over aan te gaan binnen onderwijsinstellingen. Daarnaast willen instellingen in gaan zetten op het verbeteren van kennis en kunde over studentenwelzijn. Zo moeten docenten en begeleiders getraind worden in het signaleren van klachten en in het doorverwijzen van studenten naar een gepaste hulpplek. Daarbij is van het belang dat docenten hier ook de tijd en ruimte voor krijgen. Janssen: “Veel docenten zien de problemen, maar missen de kennis of middelen om hier actie op te ondernemen. Deze docenten moeten de juiste handvatten, tijd en ruimte krijgen om studenten echt te kunnen helpen. De komende jaren moet er dan ook flink worden geïnvesteerd om docenten hierbij te ondersteunen.” 

In gesprek met studenten  

Het kader en het bijbehorende overheidsbudget vormen een mooi fundament voor instellingen om te investeren in studentenwelzijn. Instellingen kunnen daarmee gaan bouwen aan een beter studieklimaat. Daarbij is het belangrijk dat kritisch wordt gekeken naar de inzet van deze middelen. Om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften binnen hun instelling, is het van cruciaal belang dat instellingen het gesprek aangaan met studenten. Janssen: “Met dit kader slaan studenten, hogescholen en universiteiten de handen ineen om studentenwelzijn te verbeteren. Het is nu van belang dat instellingen ook intern het gesprek gaan voeren met studenten over de inzet van deze middelen. Het begin is gemaakt, nu is het tijd voor concrete acties.”

Wilt u meer weten?

Mylou Miché

Woordvoerder

0651516501

miche@iso.nl

Neem contact met ons op

We helpen je graag!

Telefoonnummer kantoor:

Algemeen mailadres:

Telefoonnummer voorzitter en woordvoerder:

Mylou Miché
+31 (0)6 515 165 01

Contactformulier