Goed nieuws voor studenten tijdens de persconferentie betreffende de coronamaatregelen eerder deze avond: ze mogen vanaf maandag de instelling weer betreden voor onderwijs met groepen kleiner dan 75. Hiermee wordt het beleid dat vóór de onderwijssluiting aan de orde was, weer hervat. Wat nieuw is, is dat er een mondneusmasker moet worden gedragen wanneer het niet mogelijk is om anderhalve meter afstand te houden. In de praktijk zal dit betekenen dat studenten bijna altijd een mondneusmasker zullen dragen, ook wanneer zij in de collegebanken zitten. Voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) Lisanne de Roos noemt het “eigenlijk het enige juiste besluit” dat het onderwijs weer open gaat. “Fysiek onderwijs geeft studenten weer de ademruimte waar zo naar gesnakt wordt; zelfs met mondkapje op. De nood voor deze versoepeling is hoog: beperkingen zijn begrijpelijk, een sluiting echt niet meer”.
Met de versoepelingen geeft het vers aangetreden kabinet gehoor aan de oproep tot het openen van het hoger onderwijs die eerder deze week door onderwijsorganisaties, de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Nationale Jeugdraad werd gedaan. De organisaties pleitten woensdag in een brief aan het OMT dat onderwijsinstellingen zo snel mogelijk weer alle studenten op locatie moeten kunnen ontvangen vanwege, onder meer, de zorgwekkende cijfers over het mentale welzijn van studenten. Die zorgen werden vandaag nog verder versterkt door een onderzoek van de Commissie Actuele Nederlandse Suïcide Registratie. Daaruit bleek dat het aantal jongeren tot 30 jaar dat door zelfdoding om het leven is gekomen, 15 procent hoger lag dan in voorgaande jaren. Desondanks stelt de studentenorganisatie dat dit zeker niet de enige reden is waarom het onderwijs open moet. De Roos: “Het openen van het hoger onderwijs zou nét zo hoog op de prioriteitenlijst moeten staan als het beter zou zijn gesteld met de mentale gezondheid van studenten. Het onderwijs is nodig voor studenten om zich te kunnen ontwikkelen in de breedste zin van het woord. Die ontwikkeling mogen en kunnen we niet nog langer stilleggen”.